Statuten

Artikel 1

  1. De stichting draagt de naam: Stichting National Gallery Color House.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Amersfoort.

DOEL

Artikel 2

  1. De stichting heeft ten doel:
    1. het kennismaken, ontdekken, bevorderen, steunen en/of ontwikkelen van activiteiten gericht op hoogwaardige realistische kunst.
    2. het beheren van de verkregen – en in langdurige bruikleen gegeven kunstwerken van kunstschilder mevrouw Hui (Juane) Xue voor toekomstige generaties en het blijvend onder de aandacht brengen van een zo groot mogelijk publiek;
    3. het beheren van hoogwaardige realistische kunst voor toekomstige generaties en een breed publiek te laten kennismaken met hoogwaardige realistische kunst;
    4. en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdlings verband houdt of daartoe bevorlijk kan zijn, alees in de ruimte zins des woord
  2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
    1. het creëren van een kunstcentrum voor realistische kunst;
    2. het presenteren in ruimste zin van het woord van haar collecties en/of kunstvoorwerpen aan het publiek;
    3. het (al dan niet) in bruikleen verwerven van collecties en/of kunstvoorwerpen behorende tot realistische kunst;
    4. de apart onderscheiden expositieruimte onder te brengen in het perceel aan de Heiligenbergerweg 171 te Amersfoort;
    5. al het overige om het doel te bereiken of wat daartoe bevorderlijk kan zijn.
  3. De stichting beoogt niet het maken van winst. Het is de stichting toegestaan museale activiteiten te verrichten mits deze activiteiten worden verricht ter voordelen het doel van de stichting

VERMOGEN

Artikel 3

  1. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
    1. schenkingen, erfstellingen en legaten;
    2. subsidies en donaties;
    3. alle andere verkrijgingen en baten.
  2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
  3. Inkomsten uit museale activiteiten als bedoeld in artikel 2 lid 3, dienen binnen redelijke termijn ten goede te komen aan het doel van de stichting.

BESTUUR

Artikel 4

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste 3 (drie) leden en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd.
    Het aantal leden wordt -met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde- door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.
  2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld.
  3. Een bestuurslid wordt benoemd voor een periode van vier (4) jaren. Aftredende bestuursleden zijn éénmaal aansluitend herbenoembaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
  4. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) opvolger(s).
  5. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur.
  6. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
    Het bestuur kan en mag niet over het vermogen van de stichting beschikken alsof het zijn eigen vermogen betreft.
  7. Het bestuur kent ere bestuursleden zonder stemrecht

BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN

Artikel 5

  1. De bestuursvergaderingen worden gehouden te gemeente Amersfoort, tenzij het bestuur anders besluit.
  2. Ieder kalenderhalfjaar wordt ten minste één vergadering gehouden.
  3. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere bestuursleden daartoe schriftelijk of per email en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft, in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
  4. De oproeping tot de vergadering geschiedt -behoudens het in lid 3 bepaalde- door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet medegerekend, door middel van oproepingsbrieven of een oproepingsmail.
  5. De oproepingsbrieven, c.q. oproepingsmails, vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
  8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
  9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen, indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
    Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke of langs elektronische weg tot stand gekomen, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
  10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of op leesbare en reproduceerbare wijze langs elektronische weg hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  11. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
    Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt.
    Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
  13. Blanco stemmen worden beschouwd niet te zijn uitgebracht.
  14. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  15. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
    Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 6

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
  3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
  4. Het bestuur draagt zorg voor het aanwezig zijn van een actueel beleidsplan, welk plan ten minste bevat:
    1. een omschrijving van de door de stichting te verrichten werkzaamheden;
    2. een beschrijving van de wijze waarop de stichting gelden zal (ver)werven;
    3. een beschrijving van de wijze waarop de stichting de verkregen inkomsten zal beheren;
    4. een beschrijving van de wijze waarop en aan welke doelen de verkregen inkomsten worden besteed.

Artikel 7

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP

Artikel 8

           Het bestuurslidmaatschap eindigt:

  1. door overlijden van een bestuurslid;
  2. door periodiek aftreden;
  3. bij verlies van het vrije beheer door een lid van het bestuur over zijn vermogen;
  4. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
  5. bij ontslag op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek;
  6. bij ontslag door het bestuur op grond van een eenstemmig besluit van alle andere bestuurders, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN

Artikel 9

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.
  3. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.
  4. Uit de administratie van de stichting blijkt:
    1. de aard en omvang van de aan het bestuur toekomende onkostenvergoedingen en vacantegeld;
    2. de aard en omvang van de kosten die door de stichting zijn gemaakt ten behoeve van het beheer van de stichting, alsmede de aard en de omvang van de andere uitgaven van de stichting;
    3. de aard en omvang van de inkomsten van de stichting;
    4. de aard en omvang van het vermogen van de stichting.

REGLEMENT

Artikel 10

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
  4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 11

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met ten minste een twee derde (2/3) meerderheid in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.
    Indien in deze vergadering niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal het bestuur een tweede vergadering beleggen, uiterlijk binnen veertien dagen na de eerste vergadering, waarin, mits met een meerderheid van stemmen als hiervoor bedoeld, een besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
  2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
    Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid afzonderlijk bevoegd.
  3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 12

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
  4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 11 lid 3.
  5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  6. Een batig saldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
  7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar.

SLOTBEPALING

Artikel 13

           In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

Wijzigingen

  • 22 juli 2020
  • 30 april 2021